Transit

Tussen de seconden in
vul ik boeken vol
met hoe ik je mis,
bewaar ik je als een bladwijzer
in wat nog is.

De ene tikt nu de andere aan,
een deur gaat open
alles verschuift
naar transit van thuis.

De sleutel stokt halverwege het slot
een dubbele negatie blijft hangen
aan de rand van je mond, gevangen
en houdt me nog even in de waan.

Hier luidt het noodlot
in het tikken
in het wachten
in het verdergaan.

Transit (van het Latijnse woord transitus: "oversteek" of "passage").